In de fitnessbranche wordt geregeld geroepen dat suiker verslavend is, omdat de mens neigt naar suikerrijke voedingsmiddelen. Klopt dit wel of is dit de zoveelste mythe?

Mens en oeroude ontwikkelingen

De mens is al vrij lang (lees: honderdduizenden jaren) op de wereld en ontwikkelt zich steeds meer door. Evolutie is een continu proces en heeft geen eindpunt.

In de vroegere tijden jaagden de jagers en verzamelaars om te overleven. Stel je de volgende situatie voor:

“Een jager kreeg van een bron te horen dat er hertensporen waren gevonden. Hierop besluit de jager de jacht te openen en verwacht dezelfde avond nog thuis te komen met een hert. Tijdens de jacht vindt hij een konijn, die hij vangt voor het vlees. Vervolgens ziet hij vele bekende (suikerrijke)vruchten, welke hij van de boom haalt en een groot deel van op eet. De rest neemt hij mee voor de groep thuis.
Daaropvolgend ontdekt de jager dat de hertensporen steeds vager worden en besluit om de jacht op te geven. Tijdens zijn terugtocht vindt hij een groepje konijnen en besluit om deze te doden en mee te nemen ter vervanging van het hertenvlees.”

In dit verhaal komen een aantal zaken naar voren:

  1. Als jager moest je jagen om te overleven
  2. De jager is volledig afhankelijk van zijn omgeving

Als jager moest je overleven, waardoor je zoveel mogelijk voedsel met een hoge voedingswaarde wilde hebben. Als je wil overleven, dan heeft je lichaam energie nodig. Energie duiden wij tegenwoordig aan in kilocalorieën.

Vet heeft negen kilocalorieën per gram, koolhydraten en eiwitten hebben maar vier kilocalorieën per gram.

De keuze voor vetrijk vlees was toen makkelijk gemaakt.

Zelfs de vruchten die jagers en verzamelaars aten, zaten boordevol (vruchten)suikers. De jagers aten dit omdat het in vele gevallen makkelijker te verkrijgen was (niet alle stammen hadden veel vruchten om zich heen).

Er waren zelfs jagers en verzamelaars die tussen de 3% en 50% aan koolhydraten aten [1]. Deze jagers en verzamelaars waren compleet afhankelijk van hun omgeving. Dus ze aten niet alleen maar proteïne en vet, wat je regelmatig hoort.

De jagers en verzamelaars hadden na het eten van zoete voedingsmiddelen niet de neiging om ineens al het fruit op te eten of kregen afkickverschijnselen van de suikers die zij aten. Zij wilden overleven en dat natuurlijke instinct is blijven doorontwikkelen, terwijl de voedingsindustrie sinds de industrialisatie (sinds 1860) in een rap tempo is ontwikkeld.

Tijdens die industrialisatie is gekozen voor een combinatie van een voedingsstof die vooral een hoge energiedichtheid heeft (vet) en een voedingsstof dat lekker smaakt (zoetigheid). De vele keuzes die zijn ontstaan voor vet- en suikerrijk eten zorgt voor een “obesogene omgeving” [2].

Dit is een omgeving die ervoor zorgt dat mensen een veel grotere kans hebben om obesitas (zwaar overgewicht) te ontwikkelen.

De keuze voor een voedingsmiddel heeft vooral te maken met smaak. Smaak zorgt voor een herhaling van eetgedrag.

Hoe lekkerder je het vindt, hoe meer je van iets neemt.

Helaas speelt de voedingsindustrie veel op onze smaak in door vetrijke voedingstoffen te combineren met bijvoorbeeld suiker en andere stoffen. Deze (smaak)combinatie heeft de voorkeur, omdat het alle voedingstoffen levert die wij nodig hebben om te overleven. Dit heeft echter niets te maken met een “verslaving”.

Zou jij bijvoorbeeld M&M’s eten als je weet dat je ervan gaat spugen? Je voorkeur voor deze calorierijke snack daalt dan enorm, omdat je weet wat voor negatieve gevolgen het heeft.

Bij harddrugs is smaak ondergeschikt en weet iedereen dat vele harddrugs (amfetamine, heroïne) veel negatieve gevolgen hebben. Desondanks nemen veel mensen alsnog een harddrug met verslavende effecten die de overhand hebben ten opzichte van smaak.

Smaken en voorkeursontwikkeling

In deze onderzoeken [2,3] wordt weergegeven dat de smaak “zoet” de voorkeur heeft ten opzichte van “zuur”, “zout” en/of “bitter” bij baby’s. Moedermelk is ook wat zoeter, waardoor de voorkeur waarschijnlijk ontstaat voor zoet.

De ontwikkeling van een voorkeur voor zout ontwikkelt zich pas bij vier maanden [2]. Alleen als ouders moet je niets forceren, omdat dan de voorkeur voor een voedingsmiddel afneemt bij het kind [3]. Een praktische tip: varieer en balanceer het uit.

Ook de voorkeur voor zoet alleen zorgt niet voor de toename van overgewicht. In dit onderzoek [4] wordt zelfs gezegd dat de omgeving veel meer invloed heeft op de toenemende cijfers van obesitas dan de voorkeur voor zoetigheid.

De ouders zijn verder van essentieel belang voor de eetomgeving van een baby en het leven dat erop volgt. Een smaakvoorkeur is dus per omgeving verschillend, maar kan ook weer per persoon verschillen. Het blijft een complex onderwerp, omdat de hersenen hierin een grote rol spelen.

De hersenen zijn nog lang niet helemaal in kaart gebracht, waardoor er zoveel gissingen worden gemaakt in een grijs gebied door gezondheidsprofessionals. In principe heb je niets aan gissingen, omdat elke afslankmethode vanuit die gissingen dan een gok is. Wel is het verstandig om te luisteren naar argumenten met stevige onderbouwingen, die gebruik maken van de beschikbare literatuur.

Herhaling van eetgedrag

Als je terugleest en kijkt naar voedingsmiddelen en eetgedrag, dan zie je dat herhaling in eetgedrag wordt veroorzaakt door voedingsmiddelen die jij specifiek lekker vindt en vetrijke voedingsmiddelen.

Dit zijn slechts een paar factoren die ervoor zorgen dat je bepaald eetgedrag blijft herhalen, want psychologie (gedrag/innerlijk) en neurologie (hersenen, zenuwen, enz.) spelen ook een rol.

Zo bestaat er ook een “bodemdrift”, waardoor je tot de bodem van een zak wil gaan en dan pas het signaal krijgt dat je vol zit (verzadigd). Zo was in een experiment getest met 54 personen of het lichaam reageert op visuele aanwijzingen dat je vol zit en een bak leeg is of niet [5].

Zo gebruikten zij bij een groep een soepkom dat zichzelf opnieuw vult (zonder dat zij het wisten) en een groep dat normale kommen met soep hadden. De groep met de zelfvullende kommen aten 73% meer en hadden het zelfs niet eens in de gaten!

Dit geeft aan dat er veel meer aan de hand is dan een voorkeur voor zoetigheid en dat wij moeten kijken naar psychoneurobiologie, waarin psychologie, neurologie en fysiologie samenkomen.

Laatste opmerking

Laten wij de term “suikerverslaving” vergeten en ons richten op de echte oorzaken waarom wij overeten en steeds meer overgewicht ontwikkelen.

Referenties

  1. Ströhle, A. & Hahn, A. (2011) Diets of modern hunter-gatherers vary substantially in their carbohydrate content depending on ecoenvironments: results from an ethnographic analysis. Nutrition Research Journal
  2. Leann L. Birch (1999) DEVELOPMENT OF FOOD PREFERENCES. Annual Reviews Nutrition
  3. D Benton (2004) Role of parents in the determination of the food preferences of children and the development of obesity. International Journal of Obesity
  4. A. Drewnowski (1997) PREFERENCES AND FOOD INTAKE. Annual review of nutrition
  5. Wansink B (2005), Painter JE, North J. Bottomless bowls: why visual cues of portion size may influence intake. Obes Res. 2005 Jan;13(1):93-100.
Author

Freek Verbeet is een vakidioot en Personal Trainer in Apeldoorn die zich gespecialiseerd heeft in obesitas/overgewicht en krachttraining.

Comments are closed.