Category

Geen categorie

Category

Het was me weer wat, afgelopen weekend.

Op 24 en 25 november vond de Fitfair plaats in de jaarbeurs van Utrecht, en daar waren Dogan en ik bij.

Het vergt geen scherpe geest om vast te stellen dat ik de laatste jaren een stuk minder ben gaan schrijven over fitnessgerelateerde onderwerpen. Als iemand die mij niet kent, zou je zelfs het vermoeden kunnen krijgen dat ik mezelf volledig heb gedistantieerd van de branche, maar niets is minder waar.

Het schrijven, zowel op mijn blog als op social media, is voornamelijk afgenomen omdat ik vond (en daar verschillen de meningen uiteraard over) dat alles wat er echt toe doet, allang gezegd is. Meer dan een handvol keren overigens.

Je kunt stellen dat de kracht van een boodschap voor een groot deel in de herhaling zit, en daar heb je waarschijnlijk gelijk in, maar dat vergt wel een persoon die in de herhaling vallen niet saai en demotiverend vindt. En dan heb je aan mij de verkeerde.

Een vraag:

Wat is de functie van kennis en informatie opdoen over een bepaald vakgebied? Wat is het doel?

Als iemand die vraag aan mij zou stellen, wat overigens nooit gebeurt omdat vragen aan mij meestal nog steeds over eiwit gaan, zou mijn antwoord als volgt zijn:

De functie van kennis opdoen is omdat die kennis praktische meerwaarde zou moeten hebben. Je moet die kennis kunnen gebruiken om er daadwerkelijk iets mee te doen. Om je cliënten te helpen. Om lezers van je blog te helpen. Om mensen te helpen, echt te helpen.

Je kunt alles lezen en leren over waar geld vandaan komt en hoe het wordt gemaakt, maar dat helpt je op geen enkele manier met meer geld verdienen, of anderen meer geld leren verdienen.

En natuurlijk verschilt de definitie van helpen per persoon. Maar wat mij betreft is iemand van informatie zonder praktische meerwaarde voorzien, niet helpen. Ik zou zelfs stellen dat je er het tegenovergestelde mee bereikt.

Het wordt nog een groter probleem, als grote groepen mensen, het idee krijgen dat die relatief waardeloze informatie, behoort tot de essentiële basiskennis van professionals én recreanten.

Tijdens de Fitfair werden er, naast de gebruikelijke ‘hoeveel eiwit moet ik eten?’ en ‘raad jij cheatdays aan?’ vragen, ook vragen gesteld als ‘heeft de frequentie van mijn menstruatie invloed op mijn gains?’ en ‘moet ik rekening houden met de darmflora van mijn cliënten?’.

Als we er puur voor de discussie vanuit gaan dat de frequentie van je menstruatie invloed heeft op je gains, komen we mijns inziens uit op de volgende logische vervolgvragen:

Wat kun je nu daadwerkelijk doen, nu je weet dat de frequentie daarvan invloed heeft? en,
Ervan uitgaande dat je het geheel perfect kunt fine-tunen om je menstruatiefrequentie te optimaliseren, wat is dan de procentuele meerwaarde op het geheel?

Zelfs in een utopisch scenario waarin je alle randzaken kunt optimaliseren, zijn er nog steeds veel te veel hoofdzaken die het optimaliseren van randzaken teniet doen.

Oftewel, je kunt je menstruatie reguleren, of je darmflora proberen te optimaliseren, maar er zijn nog talloze, complexe essentiële basisprincipes die je door en door moet begrijpen om op de lange termijn enigszins succesvol te zijn in je fysieke doelstellingen.

De illusie dat je de basis wel kent, is precies dat. Een illusie die ik met liefde op de proef zou stellen.

Het lijkt er inmiddels op dat ik kritiek uit op de vraagsteller, maar dat is niet de intentie.

We moeten als fitnessprofessional onderscheid maken tussen vragen beantwoorden en vraag creëren.

Als beginnend fitnessprofessional, of gewoon de recreant die zijn doelen hoogst waarschijnlijk iets te serieus neemt, begint het proces altijd met Google. Je gaat zoeken. Zoeken naar informatie waarvan jij denkt dat het belangrijk is en naar trainers, coaches en schrijvers waarvan jij het idee krijgt dat zij er toe doen.

In de huidige staat van de markt vind je te veel informatie die essentieel lijkt, maar niet is. Dat jij het idee krijgt dat je je moet verdiepen in materie die uiteindelijk van geen tot weinig meerwaarde is, is dan ook niet jouw schuld, maar de verantwoordelijkheid van de professionals die het publiceren.

En dat zijn heel veel professionals, voordat je jezelf wijsmaakt dat je exact denkt te weten ‘over wie ik het heb’. Als het om een enkeling ging, noemde ik namen. Dat is een must voor waardevolle kritiek.

Zulke informatie publiceren creëert vraag. Maar vooral een onrealistisch beeld van waar je je tijd in moet investeren.

Ik vrees dat de nieuwe generatie personal trainers en coaches zichzelf over een aantal jaren keihard tegenkomt. Realiserend dat ze wellicht jaren hebben geïnvesteerd in kennis waar ze niets mee kunnen.

Focus je vooral op het perfectioneren van de al behoorlijk complexe, maar wel essentiële basisprincipes. Niet complex om te begrijpen, maar wel om te beheersen.

Duurzaam bewegen, sterker worden, mensen gelukkig maken en houden, mensen bewust maken van hun omgeving, hun gevoel en het daaropvolgende eetgedrag, mensen succesvol fit, slank en content houden. Jaar in, jaar uit.

De kloof tussen interessant en behulpzaam zijn is gigantisch, ondanks dat we soms moeilijk kunnen onderscheid kunnen maken tussen de twee.

Het idee dat je jezelf en iedereen die je kent moet behandelen als sporter van Olympisch niveau, leucine inname moet laten bijhouden, hun menstruatie moet laten aansluiten op hun trainingen en of je 1,6 of 1,8 gram eiwit per dag moet laten eten, is het resultaat van de enorme luchtbel die professionals om je heen eindeloos lang op blijven blazen.

Die bel gaat een keertje klappen. Dat gebeurt met elke fase, in elke industrie.

Zorg ervoor dat je altijd een basis hebt om op terug te vallen, en je niet beperkt bent tot kennis zonder praktische meerwaarde. Dat is niets meer of minder dan mentale masturbatie.

Sophie kijkt zichzelf nog een keer in de spiegel aan. Legt haar rechterhand op haar buik, draait haar hoofd lichtjes naar links toe en forceert een kleine glimlach op haar gezicht.

Het is weer maandagavond. Dat betekent een nieuwe start van de week en dus weer de eerste dag van haar wekelijkse reeks aan trainingen in de sportschool.

Na een hele moeizame opstartfase, is het haar eindelijk gelukt de sportschool een vast onderdeel te maken van haar agenda. Het voelt zelfs al als gewoonte. Echt iets om heel trots op te zijn. Veruit de meeste mensen krijgen dat niet voor elkaar. Nooit niet.

De resultaten die ze heeft behaald worden door haar hele sociale cirkel erkend. Complimenten ontbreken ook niet. Er zijn weinig dingen die zo bevredigend zijn als complimenten krijgen voor het werk waar je je best voor hebt gedaan.

Sophie voelt zich goed. Ziet er goed uit. Heeft een rijk sociaal leven en een goede baan. De band met haar familie is goed en ze heeft een relatie met een man die haar respecteert en waardeert voor de persoon die ze is geweest, maar ook is geworden.

Jarenlang naar de sportschool gaan en je lifestyle volledig omgooien verandert een mens. Sophie is gestopt met roken, het gebruik van recreatieve drugs, let op de voeding die ze consumeert en krijgt voldoende slaap.

Sophie is voor velen de belichaming van perfectie. Op papier zou je niets veranderen.

Sophie weet dat. Zij ziet geluk ook altijd voor haar ogen heen en weer zweven. Maar kan nooit haar hand uitsteken en het geluksgevoel daadwerkelijk vastgrijpen en voelen.

Het grote, zwarte gat dat diep in haar ziel is gevormd, lijkt niet meer opgevuld te kunnen worden. Ondanks dat ze alles in haar leven dagelijks perfectioneert. Dat is een uitputtende, full-time bezigheid.

Sophie loopt haar slaapkamer uit richting de woonkamer, waar haar vriend op de bank ligt na een dag werken. Dik verdiend.

Ze voelt nog altijd even de drang om te vragen: “Zie ik er niet dik uit in deze legging, schat?”, voordat ze de deur uitgaat.

Niet omdat ze zich daar zorgen om maakt, maar omdat complimenten en erkenning van anderen de drijfveer zijn geworden van haar acties. Zonder complimenten, verdwijnt de motivatie.

Zodra je jezelf hebt wijsgemaakt dat je grootste talent en succes je uiterlijk is en je jezelf omringt met mensen die je vooral om je uiterlijk waarderen en complimenteren, verlies je je waarde en potentie uit het oog. Je forceert jezelf tot oppervlakkigheid om het tweedimensionale beeld dat je van jezelf hebt gecreëerd zo veel mogelijk in stand te houden. Vooral voor anderen.

Haar vriend rolt, zoals altijd, met zijn ogen en zegt lachend: “Nee schat, je bent de allermooiste. Trainse!”.

Onderweg naar de sportschool checkt Sophie voor de zoveelste keer die dag nog even haar Instagram. Nog even de privéberichten die ze dagelijks krijgt lezen, om vervolgens te glimlachen en ze te negeren. Sophie plaatst met enige regelmaat foto’s in zeer onthullende sportkleding. Ze is zich er goed van bewust dat ze er op die manier seksueel aantrekkelijk uitziet, maar verdoemt de mannen (soms openbaar) die haar oppervlakkige berichten sturen. Hoe durven ze?

Sophie wilt dat mannen haar zien voor wie ze is. Wie ze echt is. Maar dat is lastig, als ze die mannen niet meer laat zien dan strakke leggings en push-up beha’s. Je krijgt in het leven, vaker wel dan niet, exact wat je geeft.

Maar die berichten zijn bijzaak. Ze controleert voortdurend haar Instagram, omdat ze haar grootste idool in de gaten wilt houden. De persoon die haar heeft geïnspireerd om te veranderen. Jennifer.

Jennifer woont in Californië en is een van de bekendste fitnessmodellen op aarde. Jennifer is in elk opzicht perfect, vindt Sophie.

En dat is niet gek. Want als je al haar foto’s en video’s bekijkt, kan het ook niet anders dan dat je dat beeld van haar hebt.

Een waanzinnig huis, fotoshoots op de mooiste locaties in de wereld, altijd business class reizen, het hele jaar door een prachtig gebruinde huid omdat ze nooit slecht weer hoeft mee te maken en een dikke auto om het plaatje compleet te maken.

Ondanks dat Jennifer het leven van Sophie drastisch heeft veranderd, is ze ook de oorzaak van dat zwarte gat waar ze niet van afkomt. Naarmate Jennifer steeds meer het ideaalbeeld vormde van Sophie, werd er een stuk uit haar gerukt en geprojecteerd op een ander.

Sophie moet en zal een leven leiden zoals dat Jennifer. Dat is de enige optie. Het is toch geweldig om iemand gevonden te hebben die je zo kan motiveren? Die dient als je continue inspiratiebron? Iemand waar je geen genoeg van kunt krijgen?

Het probleem is dat hoe meer je een ander persoon (en zijn of haar leven) idealiseert, hoe meer dat ideaalbeeld van jouw eigen leven, van je verwijderd raakt. De afstand tussen wat je wilt en wat je hebt, neemt eindeloos toe.

En op dat moment wordt je ideaalbeeld je vijand.

Het verandert in een entiteit die constant aanwezig is. Die oordeelt, toekijkt en je uitlacht als het even tegenzit. De aanwezigheid van doelen die je nooit zult bereiken, omdat je ze altijd zult idealiseren, en je uiteindelijk volledig opslokken. Maar je schuift het weg onder de noemer ‘motivatie’.

Het ideaalbeeld dat in je vijand verandert maakt je, voordat je daar erg in hebt, met de grond gelijk.

Maar Sophie kan hoe dan ook haar geluksgevoel niet onderdrukken als ze de laatste foto’s van Jennifer bekijkt, met de teksten die haar nooit zullen vermoeien. Wat ze ervoor over zou hebben om ook maar één dag te leven zoals zij doet. Wat een onbeschrijflijk gevoel moet dat geven!

En terwijl Sophie dagdromend in de tram zit, reizen wij richting het westen, naar de andere kant van de wereld. En daar vinden we onze heldin.

Huilend, in bed en alleen.

Niemand om haar faam en financiële rijkdom mee te delen.

Jennifer heeft altijd al moeite gehad met relaties onderhouden. Dat is ook heel lastig, als je altijd op reis bent. Het siert een mens ook niet om nooit ‘nee’ aan te kunnen horen. En iemand die haar hele leven altijd alles voor elkaar heeft kunnen krijgen, wordt al snel verwend.

Haar vriendinnen – althans, vrouwen die zij vriendinnen noemt – gaan liever niet met haar op stap, omdat ze dan veel minder aandacht van het andere geslacht krijgen.

Jennifer droomt van een normaal leven. Normaal, zoals de meeste mensen dat gewend zijn. Maar hoe kan ze nu nog terug? Ze heeft zo veel opgebouwd. Zo veel fans. Zo veel illusies die ze in stand moet houden. Het eindeloze proces van het perfecte plaatje naar de buitenwereld toe projecteren.

En daarom kiest ze er ook vannacht weer voor, zoals ze dat elke nacht doet, om diep ongelukkig in slaap te vallen en te dromen van makkelijkere tijden. Tijden zonder het gewicht van de hele wereld op haar schouders te moeten dragen.

Het punt van dit verhaal is niet dat geluk niet kan bestaan als je een bepaald leven leidt. Dat is te kort door de bocht.

Het punt is, dat je je gevoelsmatig bijna altijd op het ‘nulpunt’ bevindt. De baseline. En de mensen waar je tegenop kijkt bevinden zich hogerop de ladder dan jij. Denk je. Dat komt omdat het beeld dat je van de ladder hebt beperkt en eenzijdig is.

En je denkt, maar hoopt vooral, dat als je een paar treden omhoog klimt, je meer geluk ervaart. Meer voldoening. De periode die je nodig hebt om te wennen aan je nieuwe omstandigheden, gaat razendsnel aan je voorbij. Waarna dat weer het nulpunt wordt en je je geluk uitstelt tot de volgende trede.

Mensen veranderen, prioriteiten veranderen, passies en hobby’s veranderen. De kans is groter dan je denkt dat je je momenteel in een fase bevindt (het leven is immers een reeks van fases) die je de allerhoogste prioriteit geeft en je als permanent beschouwt.

Je vergeet af en toe kopje onder te gaan om eens goed om je heen te kijken naar de eindeloze opties en potentie die je hebt. Omdat je als de dood bent om omlaag te kijken en het diepe, donkere, onbekende terrein recht in de ogen aan te staren.

Freud is de vader van de psychoanalyse. Hij kwam erachter dat de mens zich van nature redelijk makkelijk openstelt, zolang ze zich comfortabel voelen. Vandaar dat hij hen op een bank liet liggen.

Dat resulteerde in praten. Vrijuit praten. Zonder obstructies.

Uiteindelijk werd dit ’the talking cure’ genoemd. Praten geneest.

Waarom komen mensen via geschrift vaak intelligenter over dan in persoon?

Waarom klinkt je innerlijke stem duidelijker dan de stem die naar de buitenwereld toe projecteert?

Omdat je niet wordt onderbroken.

Je krijgt de vrijheid om je gedachten en emoties op jouw snelheid te verwerken, alvorens ze te uiten.

Iemand vrijuit laten spreken, is een steeds minder voorkomend geschenk dat je een ander kunt geven.

Het kan soms tot prachtige dingen leiden om de persoon tegenover je – of jezelf – ongestoord zijn gedachten na te laten jagen. Zien waar het toe leidt.

Als een verhaal kant noch wal raakt, vinden we dat al snel vervelend. Ons geduld is niet meer wat het geweest is. We hebben behoefte aan een duidelijk geheel. Het liefst zo beknopt mogelijk.

Maar is juist dit niet de essentie van elke succesvolle discussie, gesprek of onderhandeling? Woorden die zinnen vormen, die uit de startblokken meters uit elkaar liggen, maar gaandeweg steeds meer nader tot elkaar komen om als een linker- en rechterhand samen ineen te vouwen?

Gun een ander zijn gedachten. Kijk. Luister. Wacht. Dat helpt.

Je maakt de laatste zin van je appje nog even af: “Ik ben onderweg schat, tot zo!”. Je legt je telefoon weg om je aandacht weer op de weg voor je te richten.

Je werpt je blik omhoog, maar wordt direct verblind door de koplampen van de auto die je verassend snel tegemoet rijdt. Te snel. Het ging maar om een fractie van een seconde, maar je realiseert je dat je te laat bent.

Je ogen knijpen zichzelf automatisch dicht en je geeft je over aan de duisternis die je als een groot zwart doek overvalt. Het is de laatste, onvrijwillige keuze die je ooit zult maken.

Je schrikt voor je gevoel maar een minuut later wakker en ligt met je ogen wijd open om je heen te kijken. Je brein heeft even nodig om alles een plek te geven. Je beweegt langzaam. Langzamer dan je gewend bent. En de kamer is slecht belicht.

Dan tref je boven je het gezicht van je moeder aan. Jullie blikken hebben elkaar eindelijk gevonden. Ze kijkt je met grote, liefdevolle ogen en een prachtige glimlach aan. Je voelt de warmte van haar af stralen. Het gevoel staat haaks op wat je zojuist in de auto overviel. Je voelt je welkom. Je voelt je thuis. Omringd door onvoorwaardelijke liefde en verbintenis.

Je wilt je hand uitsteken, maar voelt dat het niet gaat. Moeilijk. Je bewegingen zijn anders dan je gewend bent. Je lijf wilt niet meewerken. Zodra je arm meegeeft, vang je in je ooghoek de hand van een baby op. Het is jouw hand. Daar begin je steeds zekerder van te worden.

Ondanks de lichte paniek die je op voelt komen, krijg je steeds meer grip op de realiteit om je heen. Deze kamer ken je nog van vroeger. Hier hebben jullie in een ver verleden ooit gewoond. In inmiddels een ander leven. Maar je knippert even met je ogen en je wordt uit het paradijs getrokken.

Je ligt nu in het gras.

Omringd door vriendjes en vriendinnetjes die je je nog vaag herinnert. De een beter dan de ander. Sommigen van hen ben je al die tijd bevriend mee geweest, anderen ben je helaas vroegtijdig verloren. Dat is de oneerlijkheid van het leven waar je geen controle over hebt.

Jullie hebben het over jullie plannen voor de zomervakantie. De een vertelt het verhaal nog theatraler dan de ander. Overdreven, weet je inmiddels, maar je kunt niets anders dan overweldigd worden door het gevoel van nostalgie. Duurde de schoonheid van je jeugd maar langer. Wat een ongelooflijk leuke, maar veel te korte periode is dat geweest.

Je wilt opstaan om vol trots jouw verhaal te vertellen over de prachtige vakantie die je te wachten staat. Maar op het moment dat je de groep aan wilt spreken, voel je je ongemakkelijk.

Het gras is weg. De jeugdige onschuld is verdwenen.

Je voelt je nerveus. Misselijkmakend nerveus. Oordelende ogen kijken je aan en er wordt hier en daar onsuccesvol een lach onderdrukt.

“Verdomme”, denk je, “ik wil helemaal geen spreekbeurt geven.”

Je likt over je tanden en voelt je beugel zitten. Die beugel waar je zo verschrikkelijk graag van af wilt. Je hebt de bewuste keuze gemaakt je geluksgevoel uit te stellen tot dat moment. Het moment van de bevrijding. Dat jij herboren wordt als nieuw.

Zodra je beugel eruit gaat, ben je gelukkig. Dat weet je zeker. Al zouden je jeugdpuistjes ook wel mogen verdwijnen, als het even kan, maar dat is voor later een zorg.

Ondanks je droge mond en kletsnatte oksels, ga je een poging wagen. Nog even een keertje onnodig kuchen om iets meer tijd te rekken.

Maar je kuch verandert al snel in een oncontroleerbare hoest. Je merkt dat de tijd versnelt, elke keer dat er lucht je longen verlaat.

Je wilt het niet. Je probeert het te onderdrukken. Je weet waar dit toe leidt. Je weet wat het eindstation is. Als je nou nog even de tijd kunt vertragen, nog even na kunt genieten, dan kun je je content overgeven aan het verblindende witte licht.

Je moet alles geven om je nog enigszins te kunnen focussen. Hier en daar een momentje mee te pikken.

Je eerste ongemakkelijke zoen.

Al het onnodige verdriet om relaties die toen de wereld voor je betekenden, maar niets meer dan een van de vele fases uit ieders bestaan vormden.

Alle feestdagen met vrienden en familie, waar je elk jaar zo naar uit kon kijken.

De euforie toen je afstudeerde.

Toen je je rijbewijs haalde.

Je eerste serieuze baan.

Ook beelden van situaties die je liever anders had aangepakt, achteraf. Je spijt die je liever had betuigd aan mensen die je pijn hebt gedaan. Al was het onbewust. Je had nooit de intentie om iemands hart te breken. We proberen zo vaak mogelijk, zo veel mogelijk ons best te doen. We hebben zo veel ballen hoog te houden. Het kan soms niet anders dan dat je er eentje laat vallen, met alle gevolgen van dien.

Jij was toch ook maar mens? Waarom moest je dan voldoen aan onmenselijke eisen?

Beetje bij beetje komt het moment dichterbij. Het wordt onmogelijk om de tranen te onderdrukken. Je was er nog helemaal niet klaar voor. Alles kwam net een beetje op gang.

Die fractie van een seconde. Je kon het niet laten. Je moest per se dat onnodige bericht versturen. “Waarom?”, denk je nu.

Je verdriet maakt abrupt ruimte voor verwarring. Je snapt het even niet. Je pikt beelden op van jezelf, maar momenten die niet zijn gebeurd. Je ziet jezelf, maar je herkent geen haar op je hoofd. Je bent toeschouwer van een leven dat nog niet is geweest. Maar wel komen ging.

Je herkent de persoon die gefrustreerd in de auto zit niet. De persoon die met niets anders dan tegenzin weer in de file staat, onderweg naar de baan waar je helemaal niet naartoe wilt gaan. Om met mensen te werken waar je helemaal niet jezelf niet bij kunt zijn.

Je voelt afkeer voor het idee dat er een moment was in je leven, waarop je jezelf hebt wijsgemaakt dat je de controle kwijt bent geraakt.

Waar zat je met je hoofd?

Je kijkt toe naar hoe je je door een relatie heen worstelt. Jullie zijn er allebei al lang klaar mee. Dat weet je. Dat voel je. Maar je durft die stap niet te zetten. De knoop door te hakken. Je vertelt jezelf dat dat zielig is voor je partner, maar dat een relatie waarbij je elkaar niet meer van waarde bent en elkaars groei belemmert, wel acceptabel is. Je kunt elkaar maar beter negeren, dan elkaar pijn doen.

Waar is verdomme al je lef gebleven? Je had altijd zo veel dromen. Je wilde zo veel doen en bereiken. Wie is die persoon die in elk opzicht middelmatigheid accepteert?

Je zit niet lekker in je vel. Ging je maar vaker naar de sportschool. Kwam je maar meer voor jezelf op.

Je bent blij om te zien dat je nog een handvol goede vrienden hebt behouden. Dat geeft je weer tijdelijk het gevoel van comfort. Van bekendheid. Hoe eenzaam zou je zonder hen geworden zijn?

Beetje bij beetje komt het licht dichterbij. Je hebt je ogen nog net niet dicht. Je kunt nog door twee spleetjes heen turen. Hopend op enige vorm van verlossing.

Je bent op leeftijd. Niet oud. Niet jong. Je schat een jaar of zestig. Mensen waar je ontzettend veel van hield hebben minder geluk gehad dan jij. De gemiddelde leeftijd in Nederland is tachtig, dacht je altijd. Dan heb je nog alle tijd, vertelde je jezelf al die jaren. Ach joh, dat komt nog wel, was altijd het eerste dat uit je mond kwam. Niet stilstaand bij het feit dat er talloze mensen zijn die dat gemiddelde omlaag halen. Ook mensen waar jij mee te maken hebt.

Hoeveel jaar kun je jezelf wijsmaken dat je toch nog jong bent en het rustig aan kunt doen? Je ging er veel te veel van uit dat je wist wanneer het eindpunt zou naderen.

Maar die gevoelens onderdruk je. Dat is pessimistisch, vind je. Totdat de feiten je met een moker tegen je kop aan slaan. Overlijden was altijd je grootste angst. Maar nu weet je dat achterblijven nog veel erger is. Op dat punt kom je er niet onderuit en beland je in een omgeving die je alleen maar als de hel kunt omschrijven. Het eindeloze dieptepunt.

Je hoeft niet gelovig te zijn om de hel te ervaren.

Je bent inmiddels te oud om te sporten. Je hebt veel te veel schepen achter je verbrand. Het is niet anders. That’s life.

Je bent ook al het punt voorbij waarop je je doelen nog een beetje bijstelt. Realistisch probeert te maken, om nog een klein beetje te kunnen genieten van micro-overwinningen. Doelen heb je nog nauwelijks.

De laatste jaren van je bestaan spendeer je veel tijd in je bed. Dat is comfortabel. Jouw vertrouwde plek om je naar terug te trekken van de wereld die je in de steek heeft gelaten.

Het voordeel is dat je veel tijd hebt om na te denken. Over alle dingen die je nog had willen, maar ook kunnen doen. Maar er toch voor koos om het aan je voorbij te laten gaan.

Waarom?

Waarom zei je niet vaker wat je dwars zat? Waar je behoefte aan had? Waarom kwam je niet meer op voor waar je recht op had?

Ook jij had, net als ieder ander, het volste recht op het vervullen van je maximale potentie.

Om te streven naar de best mogelijke relatie, met de persoon waar je het meeste om gaf. Waarom accepteerde je minder? Waarom had je destijds niet alle kennis, maar vooral het zelfrespect, van nu?

Soms zijn de moeilijkste keuzes die je in het leven moet maken, ook de beste. Dat weet je. Dat wist je altijd al. Maar je weigerde het te geloven.

Waarom wilde je per se op je geld zitten? Waarom kon je het niet over je hart krijgen af en toe een euro meer uit te geven, om je eigen comfort en dat van anderen te verbeteren? Nu word je de rijkste persoon op de begraafplaats. En geen kinderen die je er gelukkig mee kunt maken. Ben je daar trots op?

Waarom ging je niet voor jezelf werken? Een boek schrijven? Reizen naar je droombestemming? Omdat je altijd wachtte op het perfecte moment.

Ha, perfectie. De grootste illusie van de moderne mens.

De piep in je oor word je inmiddels ook gek van. Ouderdom komt snel. Sneller dan je wilt. En ouderdom kent vele gebreken.

Je voelt dat het einde nadert. Je lijf voelt nog wel als het jouwe, maar ook weer niet.

En die verdomde piep wordt alleen maar harder.

Je sluit vrijwillig je ogen, in de hoop dat je in slaap valt. Je vindt het eigenlijk wel prima zo. Je hebt geen slecht leven gehad, maar je weet dat het op vele vlakken beter kon. En dat je daar zelf verantwoordelijk voor was. Je weet dat verantwoordelijkheid nemen over je eigen geluk de belangrijkste eigenschap is die je toen altijd hebt genegeerd. Tegen beter weten in.

De enige manier om je rust te vinden, is door in slaap te vallen. En je voelt dat het lukt.

Inmiddels ben je vrijwel volledig omringd door fel, wit licht. Recht voor je kijk je naar een steeds kleiner wordend cirkeltje. “Gek..”, denk je nog even.

Zodra het gaatje voor je volledig sluit, klapt je borst met ongekende kracht omhoog. Je mond trek je wagenwijd open en je zuigt voor je gevoel in een hap alle zuurstof uit de kamer.

Je gezicht doet vreselijk veel pijn. Je hoort overal om je heen weer die piep die je inmiddels bekend in de oren klinkt.

Er staan vijf mensen om je ziekenhuisbed heen.

“Ongelooflijk dit.. wat een wonder!”, hoor je de arts tegen de zusters zeggen.

Je hebt het gered. Een tweede kans. Een kans om die onvergetelijke beelden uit je toekomst weg te vagen en te vervangen voor iets beters.

Wat ga je vanaf nu anders doen?

Het is november 2022 en de vierjarige Orlando – die van Surinaamse afkomst is – zit aan de tv gekluisterd. Voor hem is dit het jaarlijkse hoogtepunt. Sinterklaas komt namelijk elk moment aan in het land.

Ondanks dat de kleine Orlando nog erg jong is, valt hem wel iets op. Alle zwarte Pieten zijn…niet zwart meer. Maar wit.

Hij kan zich nog herinneren dat het de voorgaande jaren niet zo was. Hij heeft hier en daar ook volwassenen horen praten over de verandering die dit jaar is doorgevoerd. Na jaren van demonstraties en eindeloze Facebookdiscussies, is het de oppositie toch gelukt. Zwarte Piet weg en Pieten zonder kleur vergezellen Sinterklaas.

“Mama..”, zegt Orlando, “..heeft Sinterklaas alle zwarte Pieten ontslagen? Deden zij het niet goed? Ik vond zwarte Pieten veel leuker!”

“Verdomme..”, denkt zijn moeder. Bij nader inzien lijkt het er nu op dat Sinterklaas zijn gekleurde Pieten niet goed in hun werk vond. Of nog erger, niet leuk vond. De kleurling is ingeruild voor de blanke om het leuke werk van kinderen cadeaus geven te verrichten.

“Sinterklaas is een racist die blanken voortrekt!”, roept zijn moeder tegen zichzelf. Het volk denkt wederom dat blanken superieur zijn en donkere mensen van hun banen kunnen ontnemen. “Zo werkt het niet!”

Ondanks dat het bovenstaande stuk als onrealistisch en overdreven kan worden gezien, is het punt van het verhaal dat niet, namelijk dat de oplossing voor complexe problemen altijd tot andere problemen leidt. Een probleem waar mensen bij betrokken zijn, zeker als het er veel zijn, is altijd complex. Omdat wij dat als individu ook zijn.

Laat ik halverwege dit stuk maar even een moment nemen om aan te geven dat de Zwarte Piet discussie niet hoog scoort binnen mijn interesses. Ik vind de standpunten van beide partijen zwak en de hele discussie is een jaarlijkse momentopname die na drie keer knipperen weer over is. Het is het equivalent van iedere willekeurige BN’er die voor de zoveelste keer hertrouwt. Het komt, en het gaat. Tot het weer terugkomt.

Inderdaad, beroep doen op traditie (en dus het verleden), is een non-argument. Maar als tegenargument stellen dat Zwarte Piet geassocieerd wordt met slavernij, is exact hetzelfde. Beroep doen op het verleden. Je kunt de link met slavernij alleen maar leggen, omdat het in het verleden de realiteit was. Maar nu niet meer. En twee non-argumenten vormen samen niet de basis voor een productieve discussie, voor zover ik weet.

Veel mensen die betrokken zijn bij de discussie maken zichzelf nog steeds regelmatig wijs dat het hen om de kinderen gaat. Dat is natuurlijk onzin. Als je links-neigend van aard bent, is het niet ongebruikelijk om altijd op zoek te zijn naar een zogenaamde hulpeloze minderheid, die jij uit de brand kunt helpen. En daar vallen kinderen die met stralende ogen wachten op hun cadeautjes, meestal niet onder. De groep die anti-Zwarte Piet is, is dat echter wel. En jij voelt je geroepen om hen te moeten helpen.

Men maakt zich zorgen, dat kinderen verkeerde associaties krijgen met donkere mensen die werken voor een blanke man op een paard. Ik vermoed dat die mensen een onduidelijk beeld hebben van de hel waar daadwerkelijke slaven zich dagelijks doorheen moesten worstelen. Vergeleken met hen belichaamt Zwarte Piet het paradijs.

Creëren we overigens niet juist positieve associaties, door te laten zien dat Zwarte Pieten onwijs genieten van hun werk? Het zijn stuk voor stuk positieve, vrolijke mensen die cadeaus verspreiden en snoep rond gooien. Verdomme, iedereen zou Zwarte Piet willen zijn. Sinterklaas is slechts bijzaak, met zijn ongewassen baard.

Geen kind dat wacht op het geklop van Sinterklaas. Je wacht op het geklop van Zwarte Piet. Altijd. Want als kind vind je Zwarte Piet een absolute baas.

Maar wat mij betreft geven ze alle Pieten een regenboogkleur. Dat verandert voor kinderen uiteindelijk niets. Zij krijgen nog steeds hun cadeaus die na een week de schuur in gaan, en volwassenen vinden wel weer iets nieuws om over te discussiëren op Facebook.

En zo blijft de onvermoeibare machine van het leven draaien, en draaien, en draaien…

Gisteren was het Singles’ Day in China. Oftewel, de dag van vrijgezellen.

Een dag waarop menig mens voor zichzelf rationaliseert waarom hij of zij, soms al langer dan verwacht, alleen door het leven gaat.

Het Kathaarse geloof – dat in de 13e eeuw, in ieder geval bovengronds, verdween na de Inquisitie – diende als inspiratie voor vele gedichten, theaterstukken en andere vormen van kunst. Kunst die in het teken stond van het aanbidden van vrouwen. Of, nog beter gezegd, het aanbidden van en streven naar onmenselijke liefde en extase.

Je kunt honderd willekeurige mensen vragen wat zij onder ‘echte liefde’ verstaan en de kans is groot dat het merendeel van die antwoorden overeenkomt met elkaar. We weten waar we op wachten en naar op zoek zijn, omdat we denken te weten hoe liefde hoort te zijn.

Hoe komt dat? Cultuur. Een non-invasieve (afhankelijk van je definitie) indoctrinatie die generatie op generatie over wordt gebracht.

Maar liefde is mooi en geeft je een warm gevoel van binnen, hoor ik je denken. En toch blijft het aantal echtscheidingen elk jaar weer toenemen. Al jarenlang. Het ziet er toch naar uit dat we iets niet helemaal goed doen. Of dat het in ieder geval beter kan, waarschijnlijk.

Vrijgezel zijn omdat je ervan houdt om alleen te zijn, is iets voor te zeggen. Afhankelijk van je temperament kan dat daadwerkelijk de beste keuze voor je zijn. Al kun je in de algemene zin stellen dat – mits de relatie een goede basis heeft – de kans op geluk op de lange termijn groter is dan als je alleen bent. We zijn immers een sociaal soort.

Er zijn echter genoeg mensen zonder wederhelft, omdat ze onbewust geloven dat er ergens een sterveling rondloopt, die ze verantwoordelijk kunnen houden voor het compleet maken van hun bestaan. Iemand die hen geluk brengt en hun leven zinvol, intens en euforisch maakt.

Relaties die langdurig succesvol blijven, worden niet gevormd door mensen met een geheim. De basis van een succesvolle relatie is geen onverklaarbare liefde en ongecontroleerde emotie, maar het laten vallen van je verwachtingen voor perfectie en je inzetten voor een menselijke band, in plaats van vasthouden aan het ideaalbeeld dat je van romantiek hebt. Een beeld dat je overigens zelf niet eens hebt bedacht.

Het punt waarop romantische extase verdwijnt, is voor veel mensen in onze cultuur een negatief omslagpunt. Dat komt omdat dat altijd als de essentiële basis heeft gediend. Als die basis verdwijnt, en er geen liefde, verbintenis, stabiliteit en betrokkenheid overblijft, houdt het voor velen snel op.

Je partner dient als aanvulling op een al stabiel en kwalitatief hoog leven. Niet als reddingsmiddel voor je leven. Als je partner slachtoffer wordt van jouw onmenselijke adoratie en je hem of haar de macht geeft jou (bijna letterlijk) leven te geven of het leven te ontnemen, neigt het meer naar religie dan naar liefde.

We zijn zo druk met het projecteren van onze zelfbedachte idealen op onze (potentiële) partners, dat we vergeten stil te staan bij de waarde en de schoonheid van de persoon die we daadwerkelijk tegenover ons hebben.

Vrijgezel zijn kan absoluut een keuze zijn, maar ook een pijnlijk en vaak onderdrukt gevolg van een vertekend wereldbeeld. En dat is zonde, omdat je zelf de macht hebt dat te veranderen. Dan wordt het speelveld om een potentiële partner te vinden opeens een stuk toegankelijker.

Leren zonder te doen?

Dat kan.

Maar hoe groot is de kans dat je goed wordt in voetballen door er heel veel video’s over te kijken? Door er veel informatie over op te zoeken?

Hoe goed leert een kind lopen, zonder het zelf te doen? Zonder duizendmaal te vallen en vervolgens weer op te staan?

Ik denk dat als je wilt leren verkopen, websites wilt bouwen of problemen op wilt lossen, dat dat allemaal behoorlijk lastig voor je wordt.

Voel je vrij. Vrij om te leren zónder te doen en te proberen. Blijf vooral alles lezen over leucine, de “perfecte” squat en hoe je mensen moet complimenteren.

Maar waarom zou je het daar bij laten?

Een discussie over de definitie van slim, intelligent, beleerd en andere synoniemen waar je uiteindelijk waarschijnlijk hetzelfde mee bedoelt, is niet ongebruikelijk. Ons beeld of beschrijving van iemand die slim is, verandert vaak over de jaren heen. Maar je zult niet de eerste en niet de laatste zijn als je iemand slim vindt, die veel weet. Of veel lijkt te weten.

Iemand die een universitaire opleiding geniet. Met een brede woordenschat. En altijd een tegenargument paraat heeft.

Maar is dat wat slim zijn is? Is dat het einddoel van leren?

Het is verre van jouw verantwoordelijkheid dat je een dergelijk beeld (maar dan iets genuanceerder) hebt van een slim persoon. We groeien immers allemaal op binnen dezelfde cultuur. Nederland, om enigszins specifiek te zijn, maar ‘de Westerse wereld’ geldt voor dit voorbeeld ook. We zijn onderdeel van een onderwijssysteem dat zich vooral richt op het aansturen van studenten, zodat zij uiteindelijk hoge cijfers halen tijdens hun toetsen.

Een momentopname van hooguit een paar uur, waarin je moet hopen dat je de juiste informatie hebt onthouden, om antwoord te kunnen geven op verassend specifieke vragen, die je in het beste geval ooit een keer een ronde verder helpen bij Triviant (een bordspel voor nerds), en nooit meer mee te maken krijgt in het slechtste geval.

Hoge cijfers zijn belangrijk, want dat staat goed. Goed op je rapport. Goed voor de docent in kwestie. En goed voor de school.

Streven naar hoge cijfers is waar het hele systeem zich voor buigt en op richt, al ontstaat er wel steeds meer tegengeluid voor deze manier van onderwijs. Dat tegengeluid ontstaat, omdat we weten dat het niet werkt.

Wel om informatie te onthouden, uiteindelijk te slagen, je diploma te halen en een indrukwekkend CV op te stellen. Maar niet om te leren.

Een essentieel onderdeel van leren is doen. Uitvoeren. Testen.

Zonder het toepassen van de informatie die je – wonder boven wonder overigens met saaie, onderbetaalde en daardoor overspannen docenten – hebt weten te onthouden, doe je geen ervaring op. Zonder ervaring, vergroot je je inzicht niet. Zonder het vergroten van je inzicht, stagneer je. Je mening blijft hetzelfde, je krijgt geen grip op wanneer je je onthouden theorieën, strategieën en modellen toe moet passen in de praktijk.

Informatie onthouden is de eerste stap, maar het is slechts een druppel in de oceaan van wat leren op de lange termijn daadwerkelijk inhoudt.

Ik vermoed dat de belangrijkste reden dat ik zelf relatief snel ben gegroeid als fitnessprofessional (als je ervoor wilt kiezen om me zo te noemen) is omdat ik alles waar ik over las, toe wilde passen in de praktijk. Op verschillende manieren. Schrijven over bevindingen, eindeloos discussiëren, praten over ideeën en het toe te passen bij mensen die op dat moment hulp nodig hadden. Dat is, wederom wat mij betreft, de essentiële basis om een enige duurzame vorm van kennis op te kunnen doen.

Mijn intentie is overigens niet om te stellen dat leren en uiteindelijk kundig worden beter is dan informatie onthouden. Beide hebben een plek, al is het doel van dat laatste een stuk lastig om uit te leggen.

Mijn doel is echter het eerste. Dat is het altijd geweest.

Dat is voor mij en Dogan ook een van de voornaamste redenen geweest om Perfect Performance Sport Clinics op te richten. Het is uitstekend dat je weet waar een squat goed voor is en dat je weet in welk schema de oefening thuishoort. Maar kun je ook zien wanneer een Bulgarian split squat beter kan? En weet je hoe je die problemen effectief op kunt lossen? En hoe je in de praktijk verschillende mensen, onder verschillende omstandigheden, continue beter kunt leren bewegen? Ook als ze niet luisteren? Of anders zijn dan je gewend bent? Of als het anders gaat dan je geleerd hebt?

Bijna iedereen neigt naar een positief en dus bevestigend antwoord over zichzelf. Dat is niet gek. Maar dat is het nadeel van kennis. Het is onmogelijk om de totaliteit van jezelf door en door te kennen. Daar veranderen we te veel voor. En onze omgeving ook. Maar daarom kun je je ook voorstellen dat het een absurde gedachte is om te denken dat je je bewust bent van alle kennis die je nog niet hebt.

Je moet jezelf voor gek verklaren als je ook maar denkt een idee te hebben van welke kennis je nog niet in huis hebt. Want die hoeveelheid kunnen we als individu niet bevatten. Daarom zijn nieuwe dingen proberen – na enige vorm van kritische beoordeling – je tijd waard. En ja, je geld ook.

Enige tijd geleden ben ik ook begonnen met een podcast: Omdat het kan.

Ook dat is weer een uitstekende tool om de kennis die je op hebt gedaan uit te spreken. Te delen. Het idee dat zich over de dagen heen manifesteert in je bewustzijn een plek te geven en er vervolgens over te praten. Zo onthoud je informatie niet alleen beter, je leert ook waar en hoe het toe te passen is in de praktijk.

En dit onnodig lange verhaal is eigenlijk het voorwoord voor een hele eenvoudige aankondiging, namelijk dat ik te veel bezig ben geweest met podcasten (wat ik nog steeds elke week blijf doen) en te weinig met schrijven.

Los van dat ik schrijven erg leuk vind om te doen, doet het exact waar ik de laatste 750 woorden (ongeveer) op doel: het helpt mij en het helpt – af en toe – een verdwaalde lezer. Maar ondanks dat deze post dus vrij lang is (dat zei ik net ook al, dat klopt), ben ik niet meer gecharmeerd van artikelen over eiwitinname die 4000 woorden in beslag moeten nemen.

Ik wil het korter maken. Willekeuriger. Het hoeft niet te voldoen aan het plaatje (voornamelijk vooroordelen en ideeën) die anderen hebben. Van mij en wat ik doe, in dit geval. Of van wat ik zou moeten doen, eigenlijk.

De podcast hou ik gewoon nog lekker absurd lang van stof, maar het schrijven ga ik weer oppakken. En dan kort houden. Gedachten, ideeën, tips en gewoon complete nonsens (blijkt vaak achteraf). Dat kan in bepaalde periodes dagelijks zijn en in andere periodes…niet dagelijks.

Het zal ook, net als bij mijn podcast, over verschillende onderwerpen gaan. Onderwerpen die me interesseren, fascineren en daarom motiveren om het continue leerproces hopelijk nooit meer te laten stoppen.

Ik hebt gemerkt dat ik het persoonlijkere contact met luisteraars van mijn podcast ook veel leuker vind dan generieke vragen onder algemene blogposts die ook door veertien anderen geschreven zijn. Daarom komen die blogposts, als je je daarvoor ingeschreven hebt, ook in je mailbox terecht. Dat maakt het toegankelijk en persoonlijk.

Als je daar niet op zit te wachten, kun je je natuurlijk altijd uitschrijven. Mocht je je nog steeds vooral bezighouden met de beste oefening voor je bovenkant borst en op zoek zijn naar een eiwitrijke cheesecake waar je niet wekenlang van geconstipeerd raakt, is daar absoluut niets mis mee, maar die onderwerpen zul je vrijwel niet geschreven zien worden door mijn vingers. Je kunt je trouwens onderaan de pagina inschrijven voor die nieuwsbrief. En voel je nooit bezwaard om te reageren of een vraag te stellen. Maar dan niet over je bovenkant (of onderkant) borst.

En nee, binnenkant borst bestaat nog steeds niet. Het is verdomme geen 2008 meer.

Dat was het eigenlijk wel. Einde bericht.

De tweede laag van de piramide van voeding en prioriteit staat in het teken van Macronutriënten. Aan de hand van het vorige artikel hebben we de basis van de piramide en de laag met de hoogste prioriteit toegelicht en berekend; de energiebalans en calorie-inname. Nu bestaan calorieën altijd uit één of meerdere van de drie macronutriënten; Eiwitten, vetten of koolhydraten.

1 gram eiwit levert 4 calorieën.
1 gram koolhydraat levert 4 calorieën.
1 gram vet levert 9 calorieën.

Nadat je je energiebalans en calorie-inname hebt berekend is het belangrijk om een goede verhouding van macronutriënten samen te stellen. Er zijn verschillende soorten diëten waarbij de verhoudingen in macronutriënten en de eetwijze enorm kunnen verschillen.

Het Paleo Dieet, Ketogenisch Dieet, een dieet laag in vetten of een dieet laag in koolhydraten. Allemaal voorbeelden waarin er bepaalde producten en macronutriënten geschrapt en of geminimaliseerd worden, met als doel het sneller of voor die persoon gemakkelijker behalen van resultaat.

Nu hebben alle macronutriënten een belangrijke functie voor het lichaam en is het niet verstandig om een van de macronutriënten volledig te schrappen.

In dit artikel ga ik daarom uit van een gebalanceerd dieet en geef ik richtlijnen voor een optimale verhouding tussen macronutriënten, zónder dat er bepaalde macronutriënten geschrapt of geminimaliseerd worden.

Het bepalen van je Eiwit inname

Eiwitten zijn de bouwstenen van alle weefsels in je lichaam. Je immuunsysteem heeft eiwitten nodig om afweerstoffen aan te maken en je spieren hebben ze nodig voor optimaal herstel en groei. De dagelijkse aanbevolen hoeveelheid eiwitten per dag ligt rond de 1 gram per kilo lichaamsgewicht voor niet- sporters. Doe je veel aan sport en wil je spiergroei realiseren dan is een hogere eiwit-inname nodig.

Dit betekent helaas niet dat hoe meer eiwit er geconsumeerd wordt, hoe meer spiergroei er gerealiseerd wordt. Toch is dit nog vaak de gedachte en wordt er door velen een hoge hoeveelheid eiwit van 2,5 – 3 gram per kg lichaamsgewicht aangeraden. Dit is voor naturel sporters die geen Anabolen Steroïden gebruiken echter veel te veel en totaal onnodig.

Er is wetenschappelijk onderzoek gedaan door Eric Helms naar de ideale eiwit inname voor sporters om optimale spiergroei en spierbehoud te realiseren. Uit dat onderzoek blijkt dat met een eiwit-inname tussen de 1,5 en 1,8 gram per kilo lichaamsgewicht het meeste resultaat behaald kan worden. Een eiwit-inname hoger dan 1,8 gram per kilo lichaamsgewicht blijkt níet voor meer spiergroei en herstel te zorgen, al heeft het ook geen verdere nadelen. Hierdoor kunnen we een eiwit-inname van 1,5 tot 2 gram per kilo lichaamsgewicht aanraden, waarmee je sowieso goed zit.

Iemand van 80 kilo met een energiebalans van 2400 calorieën zou dan tussen de 120 en 160 gram eiwit (480 – 640 calorieën uit eiwit) per dag moeten eten, om optimale spiergroei en spierbehoud te realiseren.

Goede bronnen van eiwit zijn; Kwark, melk, eieren, vis, vlees, soja en eventueel whey eiwitpoeder.

Het bepalen van je vet inname

Vetten hebben op een of andere manier een slechte naam waardoor ze voornamelijk vermeden worden. Toch zijn ze essentieel voor je algemene gezondheid, hormoonhuishouding, de opname van vitamines en ook niet geheel onbelangrijk; je libido.

De hoeveelheid vetten die je zou moeten consumeren ligt tussen de 1 en 2 gram per kilo lichaamsgewicht. Een goede middenweg is om 1,5 gram per kilo lichaamsgewicht aan vetten te eten.  Een andere richtlijn is om 25 tot 35% van je totale calorie inname uit vetten te halen.

Iemand van 80 kilo zou hiermee 120 gram vet (1080 calorieën uit vet) moeten eten per dag.

Goede bronnen van vet zijn; Eieren, Pindakaas, Vette vis (zalm, makreel) Noten, Olie, lijnzaad, avocado, volle kwark, volle melk etc.

Het bepalen van je koolhydraat inname

De resterende calorieën die je ‘over’ hebt haal je uit je koolhydraten.

Ons voorbeeld van 80 kilo haalt 640 calorieën (160 gram) uit eiwitten en 1080 calorieën uit vetten (120 gram). Dit is bij elkaar 1720 calorieën. Met een totale energiebalans van 2400 calorieën zijn er nog 680 calorieën over die gehaald moeten worden uit koolhydraten. Dat delen we door 4 en dan komen we uit op 170 gram koolhydraten.

Goede bronnen van koolhydraten zijn: Rijst, Pasta, Aardappel, Zoete Aardappel, Havermout, Brood. 

Als je wilt afvallen, dan is zoals besproken in het vorige artikel het creëren van een negatieve energiebalans noodzakelijk. Om in een negatieve energiebalans terecht te komen, zul je minder calorieën moeten consumeren dan dat je verbrand. Hierdoor zal de verhouding van macronutriënten veranderen, omdat je simpelweg je calorieën moet beperken wil je in dat energietekort terechtkomen.

Nu is het belangrijk om zo min mogelijk calorieën te schrappen door je eiwit-inname te beperken. Eiwitten zijn namelijk essentieel voor spierbehoud en herstel en je wilt geen spieren verliezen gedurende het afvalproces. Ook is het niet slim om je vet inname te minimaliseren, omdat vetten erg belangrijk zijn voor je algemene gezondheid en hormoonhuishouding.

Hierdoor is het beter om voornamelijk calorieën te schrappen door je koolhydraat-inname te verlagen. Daarbij verlaag je je vet-inname natuurlijk ook, aangezien je niet alle je koolhydraten wilt schrappen uit je dieet. Een combinatie van het verlagen van deze twee macronutriënten zorgt er voor dat je in een negatieve energiebalans terecht komt, waardoor je zult afvallen.

Als je daarentegen wilt aankomen, zul je in een positieve energiebalans terecht moeten komen. Hiervoor zul je meer moeten consumeren, dan dat je lichaam verbrandt. Om in een positieve energiebalans terecht te komen kun je je koolhydraat en vet-inname wat verhogen. Je eiwitten hoef je in principe niet verder te verhogen, al zal dat waarschijnlijk automatisch gaan door doordat je simpelweg meer eet.

Ook dit zijn allemaal verhoudingen en richtlijnen die je kan gebruiken om je dieet en je macronutriënten samen te stellen. Stel dat de hoeveelheid koolhydraten te hoog/laag is voor jouw situatie en voorkeur, dan kun je ervoor kiezen om de hoeveelheid vetten wat te verhogen/verlagen.

Laat je ook niet te gek maken door precieze aantallen macronutriënten te volgen. Volg de richtlijnen en stel daarmee je dieet globaal samen. Maak vanaf daar verdere aanpassingen gebaseerd op jouw situatie en voorkeur en kijk wat werkt voor jou.

Dit was het artikel over Macronutriënten. Hiermee hebben we de absolute basis behandeld. Het volgende artikel van de reeks gaat over maaltijdfrequentie en timing en of je hiermee je dieet kan optimaliseren.