Het was me weer wat, afgelopen weekend.
Op 24 en 25 november vond de Fitfair plaats in de jaarbeurs van Utrecht, en daar waren Dogan en ik bij.
Het vergt geen scherpe geest om vast te stellen dat ik de laatste jaren een stuk minder ben gaan schrijven over fitnessgerelateerde onderwerpen. Als iemand die mij niet kent, zou je zelfs het vermoeden kunnen krijgen dat ik mezelf volledig heb gedistantieerd van de branche, maar niets is minder waar.
Het schrijven, zowel op mijn blog als op social media, is voornamelijk afgenomen omdat ik vond (en daar verschillen de meningen uiteraard over) dat alles wat er echt toe doet, allang gezegd is. Meer dan een handvol keren overigens.
Je kunt stellen dat de kracht van een boodschap voor een groot deel in de herhaling zit, en daar heb je waarschijnlijk gelijk in, maar dat vergt wel een persoon die in de herhaling vallen niet saai en demotiverend vindt. En dan heb je aan mij de verkeerde.
Een vraag:
Wat is de functie van kennis en informatie opdoen over een bepaald vakgebied? Wat is het doel?
Als iemand die vraag aan mij zou stellen, wat overigens nooit gebeurt omdat vragen aan mij meestal nog steeds over eiwit gaan, zou mijn antwoord als volgt zijn:
De functie van kennis opdoen is omdat die kennis praktische meerwaarde zou moeten hebben. Je moet die kennis kunnen gebruiken om er daadwerkelijk iets mee te doen. Om je cliënten te helpen. Om lezers van je blog te helpen. Om mensen te helpen, echt te helpen.
Je kunt alles lezen en leren over waar geld vandaan komt en hoe het wordt gemaakt, maar dat helpt je op geen enkele manier met meer geld verdienen, of anderen meer geld leren verdienen.
En natuurlijk verschilt de definitie van helpen per persoon. Maar wat mij betreft is iemand van informatie zonder praktische meerwaarde voorzien, niet helpen. Ik zou zelfs stellen dat je er het tegenovergestelde mee bereikt.
Het wordt nog een groter probleem, als grote groepen mensen, het idee krijgen dat die relatief waardeloze informatie, behoort tot de essentiële basiskennis van professionals én recreanten.
Tijdens de Fitfair werden er, naast de gebruikelijke ‘hoeveel eiwit moet ik eten?’ en ‘raad jij cheatdays aan?’ vragen, ook vragen gesteld als ‘heeft de frequentie van mijn menstruatie invloed op mijn gains?’ en ‘moet ik rekening houden met de darmflora van mijn cliënten?’.
Als we er puur voor de discussie vanuit gaan dat de frequentie van je menstruatie invloed heeft op je gains, komen we mijns inziens uit op de volgende logische vervolgvragen:
Wat kun je nu daadwerkelijk doen, nu je weet dat de frequentie daarvan invloed heeft? en,
Ervan uitgaande dat je het geheel perfect kunt fine-tunen om je menstruatiefrequentie te optimaliseren, wat is dan de procentuele meerwaarde op het geheel?
Zelfs in een utopisch scenario waarin je alle randzaken kunt optimaliseren, zijn er nog steeds veel te veel hoofdzaken die het optimaliseren van randzaken teniet doen.
Oftewel, je kunt je menstruatie reguleren, of je darmflora proberen te optimaliseren, maar er zijn nog talloze, complexe essentiële basisprincipes die je door en door moet begrijpen om op de lange termijn enigszins succesvol te zijn in je fysieke doelstellingen.
De illusie dat je de basis wel kent, is precies dat. Een illusie die ik met liefde op de proef zou stellen.
Het lijkt er inmiddels op dat ik kritiek uit op de vraagsteller, maar dat is niet de intentie.
We moeten als fitnessprofessional onderscheid maken tussen vragen beantwoorden en vraag creëren.
Als beginnend fitnessprofessional, of gewoon de recreant die zijn doelen hoogst waarschijnlijk iets te serieus neemt, begint het proces altijd met Google. Je gaat zoeken. Zoeken naar informatie waarvan jij denkt dat het belangrijk is en naar trainers, coaches en schrijvers waarvan jij het idee krijgt dat zij er toe doen.
In de huidige staat van de markt vind je te veel informatie die essentieel lijkt, maar niet is. Dat jij het idee krijgt dat je je moet verdiepen in materie die uiteindelijk van geen tot weinig meerwaarde is, is dan ook niet jouw schuld, maar de verantwoordelijkheid van de professionals die het publiceren.
En dat zijn heel veel professionals, voordat je jezelf wijsmaakt dat je exact denkt te weten ‘over wie ik het heb’. Als het om een enkeling ging, noemde ik namen. Dat is een must voor waardevolle kritiek.
Zulke informatie publiceren creëert vraag. Maar vooral een onrealistisch beeld van waar je je tijd in moet investeren.
Ik vrees dat de nieuwe generatie personal trainers en coaches zichzelf over een aantal jaren keihard tegenkomt. Realiserend dat ze wellicht jaren hebben geïnvesteerd in kennis waar ze niets mee kunnen.
Focus je vooral op het perfectioneren van de al behoorlijk complexe, maar wel essentiële basisprincipes. Niet complex om te begrijpen, maar wel om te beheersen.
Duurzaam bewegen, sterker worden, mensen gelukkig maken en houden, mensen bewust maken van hun omgeving, hun gevoel en het daaropvolgende eetgedrag, mensen succesvol fit, slank en content houden. Jaar in, jaar uit.
De kloof tussen interessant en behulpzaam zijn is gigantisch, ondanks dat we soms moeilijk kunnen onderscheid kunnen maken tussen de twee.
Het idee dat je jezelf en iedereen die je kent moet behandelen als sporter van Olympisch niveau, leucine inname moet laten bijhouden, hun menstruatie moet laten aansluiten op hun trainingen en of je 1,6 of 1,8 gram eiwit per dag moet laten eten, is het resultaat van de enorme luchtbel die professionals om je heen eindeloos lang op blijven blazen.
Die bel gaat een keertje klappen. Dat gebeurt met elke fase, in elke industrie.
Zorg ervoor dat je altijd een basis hebt om op terug te vallen, en je niet beperkt bent tot kennis zonder praktische meerwaarde. Dat is niets meer of minder dan mentale masturbatie.