Als het om ons metabolisme gaat, worden veel zaken vaak enorm gesimplificeerd. Het metabolisme van de mens is echter extreem complex en uitspraken als “ik voel dat mijn metabolisme langzaam is” is misschien nog onzinniger dan “ik voel dat het volgende week dinsdagmiddag gaat regenen in oost-Ethiopië”. Het slaat gewoonweg nergens op. Er zijn boeken met meer dan negenhonderd pagina’s geschreven over alle functies van het metabolisme, dus laten we onszelf niet slimmer voordoen dan dat we zijn. Daarbuiten is het belangrijk om te begrijpen dat je stofwisseling (metabolisme) en je spijsvertering niet hetzelfde zijn. Die twee termen worden regelmatig door elkaar gehaald. In dit artikel gaat het over het metabolisme.
Specifiek over “langzame” en “snelle” stofwisselingen. In de titel noem ik het mythes, maar dit is niet per definitie waar. Het vergt wat nuance. Theoretisch kun je namelijk echt een relatief langzame stofwisseling hebben (vergeleken met iemand die een relatief snelle stofwisseling heeft). Het verschil is alleen in het meest extreme geval noemenswaardig, maar over die kans lees je straks meer. Vandaar dat het een mythe genoemd wordt als beweerd wordt dat je over- of ondergewicht hebt door je stofwisseling. Vanzelfsprekend gaat het hier exclusief over gezonde mensen en behandelen we geen metabole stoornissen, die overigens zeer zeldzaam zijn.
Dit artikel beantwoordt hopelijk een aantal veel voorkomende vragen zoals:
Waarom kunnen sommige mensen veel meer eten dan anderen?
Waarom heb ik veel meer moeite met aankomen dan anderen om mij heen?
Ben ik te dik (of te dun) door mijn stofwisseling?
Om die vragen te beantwoorden en meer begrip te krijgen over het onderwerp, is het noodzakelijk om de basis van de energiebalans uit te leggen en het met name te hebben over je TDEE. TDEE staat voor Total Daily Energy Expenditure, oftewel de dagelijkse hoeveelheid calorieën die je verbrandt. Dit proces is dynamisch, constant variërend en complexer dan de meesten denken, maar ik loop nu voor op zaken, dus even een stap terug.
Wat zijn calorieën eigenlijk?
Laten we bij het begin beginnen. Calorieën zijn geen kleine korreltjes in je eten die ervoor zorgen dat je dik wordt, nee. Een calorie staat voor een eenheid energie en is een meeteenheid, zoals grammen of centimeters. Een calorie is iets anders dan een kilocalorie (kcal). Een kilocalorie staat namelijk gelijk aan 1000 calorieën. Calorieën en kcal worden bijna altijd door elkaar gebruikt (ook door mij), wat niet extreem relevant is, maar wellicht belangrijk om soms in het achterhoofd te houden. Als jij iets eet of drinkt waar 100 calorieën in zitten, levert dat 100 calorieën aan energie voor het lichaam.
Calorieën worden opgeslagen of verbrand. Zo simpel is het. Energie gaat niet verloren en verdampt niet op magische wijze in het lichaam. Als we het hebben over calorieën die we binnenkrijgen, hebben we het uiteraard over eten en drinken. Het wordt pas interessant als we kijken naar wat we met calorieën doen en wat allemaal invloed heeft op de “calorieën uit”-kant van de balans. Veel meer factoren hebben namelijk invloed op de “calorieën uit”-kant, vergeleken met de “calorieën in”-kant.
Terug naar je TDEE
Nogmaals, TDEE staat voor Total Daily Energy Expenditure en houdt de totale hoeveelheid calorieën in die je op dagelijkse basis gebruikt.
TDEE = BMR/RMR + TEF + NEAT + TEA
Bovenstaande formule kan nu nog als hoge wiskunde overkomen, maar als je door dit artikel heen komt, is het allemaal net even wat duidelijker. Laten we elke term apart behandelen.
BMR / RMR
Ook deze twee termen worden vaak door elkaar gebruikt, terwijl ze van elkaar verschillen.
BMR = Basal Metabolic Rate, of Basaal Metabolisme in het Nederlands, is de stofwisseling die nodig is om de minimale hoeveelheid energie te leveren die noodzakelijk is voor primaire levensprocessen. De belangrijkste processen die daaronder vallen, zijn ademen en je hartslag. Je BMR wordt gemeten na acht uur slaap en twaalf uur vasten. Dat zijn dus strikte en vooraf afgesproken condities. Als hier niet aan kan worden voldaan, spreek je over RMR.
RMR = Resting Metabolic Rate, of Rustmetabolisme in het Nederlands. RMR en BMR verschillen ongeveer 10% van elkaar, maar dit is over het geheel niet heel erg relevant.
Wat wel relevant is, is dat je BMR/RMR voor meer dan de helft van je totale energieverbruik zorgt, ervan uitgaande dat je niet elke dag een marathon rent. Terwijl veel mensen dus denken dat sport extreem veel bijdraagt aan de calorieën die je verbrandt, verbrand je het merendeel van je dagelijkse aantal calorieën door niks anders te doen dan je hart laten kloppen, nadenken, ademhalen en je lever en nieren hun werk laten doen.
TEF
TEF = Thermic Effect of Food of het thermogene effect van voedsel in het Nederlands. TEF is simpel gezegd de hoeveelheid energie die nodig is om de voeding die je consumeert te verteren, absorberen en verwerken.
- Eiwit: 20-35% van de energie die je consumeert en daarmee de hoogste TEF
- Koolhydraten: 5-15%
- Vet: maximaal 5-15%
Hoe meer je eet, hoe hoger de TEF dus ook wordt. Hoe meer je eet, hoe meer energie er immers nodig is om dit allemaal te absorberen.
NEAT / SPA
Dit is de meest interessante en dynamische factor die invloed heeft op hoeveel calorieën je nodig hebt en dagelijks gebruikt. Dit is ook de factor die eigenlijk niet vooraf te berekenen is. Daarom is het theoretisch een stuk moeilijker om te berekenen hoeveel calorieën je nodig hebt om aan te komen, dan om af te vallen.
NEAT / SPA zijn verschillende afkortingen maar staan voor hetzelfde.
NEAT = Non Exercise Activity Thermogenesis
SPA = Spontaneous Physical Activity
Dit zijn dus alle fysieke handelingen die je verricht wat niet bewust trainen is.
Waar moet je dan aan denken? Aan meer dan je waarschijnlijk bij stil staat. Denk aan staan in plaats van zitten, de trap kiezen in plaats van de lift, ijsberen over het treinstation, op je pen kauwen, aan het eelt op je handen pulken, onrustig met je knie trillen, etc. Zelfs verschillen tussen extroverte/drukke en introverte/rustige mensen kan hier enorm van invloed op zijn. Als jij een persoon bent die constant van collega naar collega loopt, veel praat en daarbij veel je handen gebruikt, verbrand je een stuk meer energie dan je zittende collega die constant naar je geouwehoer moet luisteren.
Je kunt het zo gek niet bedenken, of het heeft wel invloed op deze factor van de totale som. Het lastige is dat vrijwel alles wat hieronder valt onbewust gebeurt. Je kunt hier dus moeilijk rekening mee houden, laat staan vooraf berekenen. Tenzij je je de rest van je leven constant bewust wilt zijn van elke fysieke beweging die je maakt en dat allemaal in je dagboek wilt schrijven, gaat dit niet werken.
TEA
Dan blijft TEA nog over.
TEA = Thermic Effect of Activity. Oftewel, alle energie die je gebruikt tijdens het trainen. Veel mensen zijn er ondersteboven van dat er niks gebeurt met hun fysiek, ondanks dat ze “drie keer per week naar de sportschool gaan”. Er is echter een groot verschil tussen naar de sportschool gaan en daadwerkelijk trainen. Ondanks dat de hoeveelheid calorieën die je gebruikt tijdens het trainen ook varieert tussen mensen, is dit verschil niet extreem, maar zeker bij slanke mensen kunnen alle kleine beetjes helpen.
Ook TEA is geen statisch getal, vanzelfsprekend. De ene dag train je harder dan andere dagen en gebruik je meer calorieën, maar het is nog complexer dan dat. Het lichaam probeert altijd ‘in balans’ (homeostase) te blijven. Als je het vanuit een evolutionair standpunt bekijkt, is het ook vrij logisch dat je kans op overleven groter is als je minder calorieën gebruikt tijdens fysieke inspanning. Wat dat betekent, is dat je lichaam efficiënter wordt in het behouden van energie tijdens bewegingen die je vaker hebt gedaan. Als jij elke week vijf kilometer rent buiten, verbrand je de eerste keer meer energie dan een jaar later, terwijl vrijwel niemand daar rekening mee houdt.
Het verbeteren van je conditie is een goed teken van deze vorm van fysiologische adaptatie. Zo is er neuromusculaire adaptatie, fysiologische adaptatie als toename van spiermassa en toename van botdensiteit (dikte) en cardiovasculaire adaptatie. Deze termen in detail behandelen is nu niet relevant, maar het komt erop neer dat je niet altijd de hoeveelheid calorieën verbrandt die je horloge aangeeft. Die hoeveelheid neemt af naarmate je het vaker doet.
TEA heeft ook invloed op NEAT/SPA. Juist omdat het lichaam energie wil behouden (afvallen is namelijk niet altijd gunstig), kan dat onbewust je bewegingsgedrag beïnvloeden. Zeker bij een lage calorie-inname, neemt NEAT/SPA af als TEA toeneemt. Oftewel, hoe meer je traint, hoe “luier” je in het dagelijks leven wordt. Dit is bij gezonde individuen vrijwel altijd het geval. Nogmaals, dit is niet altijd een bewust proces.
Wat een lading aan onbegrijpelijke tekst, heb je geen afbeelding?
Als je alle bovenstaande factoren neemt en dit in een afbeelding verwerkt, komt het er als volgt uit te zien:

Deze tabel laat een algemeen overzicht zien van het dagelijkse calorieverbruik van een persoon.
In dit geval zorgt de BMR/RMR voor 0-1500 kcal, TEF voor 500 kcal (totaal 2000 per dag), NEAT/SPA voor 1000 kcal (totaal 3000 per dag) en TEA voor 500 kcal (3500 kcal per dag).
Zoals eerder vermeld, zijn de factoren dynamisch en veranderen vrijwel constant. Je beweegt niet elke dag evenveel, ondanks dat je dat misschien denkt. Je traint niet elke dag even hard, ondanks dat je dat misschien denkt. Je gebruikt niet elke hardloopsessie evenveel calorieën, ondanks dat je dat misschien denkt. Het punt van dit artikel is laten zien dat het allemaal een stuk complexer is dan veel mensen denken en het onmogelijk is om dingen te “voelen” of simpelweg ergens van uit te gaan.
Er wordt ook vaak gedacht dat als de hoeveelheid calorieën die nodig is om je huidige gewicht te behouden (“onderhoud”) 2000 calorieën is, je een bepaalde hoeveelheid gewicht zult blijven verliezen per week. Ook dat werkt niet zo. Je BMR/RMR past zich aan aan zowel gewichtsverlies als aan gewichtstoename. Daarom verandert niet alleen de hoeveelheid calorieën die je elke dag gebruikt, maar de hoeveelheid die je binnenkrijgt, moet daarop aansluiten en ook aangepast worden. Bij sommige mensen meer dan bij anderen.
Ervan uitgaande dat dit artikel een grote onduidelijke rommel is geweest, gaan we terug naar de vragen uit de inleiding.
Waarom kunnen sommige mensen veel meer eten dan anderen?
Omdat, zoals je hierboven gezien hebt, verschillende factoren een rol spelen op hoeveel calorieën je per dag nodig hebt. Niet alleen dat, bij de ene persoon verandert de NEAT/SPA-factor meer dan bij een ander. Dat wil zeggen dat de ene persoon (on)bewust (veel) meer gaat bewegen naarmate hij/zij meer eet dan de ander. Daarom kan ik bijvoorbeeld mijn gewicht behouden rond de 2500 kcal per dag, maar kom ik pas aan als ik bijna het dubbele hiervan binnenkrijg. Dit terwijl de meeste websites zullen claimen dat als je een paar honderd calorieën meer dan je onderhoud binnenkrijgt, je aan zult komen. Zo simpel is het niet.
Kortom:
- De ene persoon gebruikt op dagelijkse basis (veel) meer calorieën dan een ander buiten het trainen om. Dit is afhankelijk van je baan en zelfs je persoonlijkheid.
- Niet iedereen traint even hard. De trainingsintensiteit verschilt enorm per persoon. Gevorderde atleten zullen bij dezelfde trainingsintensiteit minder energie gebruiken dan beginners.
- Samenstelling van dieet heeft invloed op hoeveel energie je gebruikt. Een eiwitrijk dieet vergt meer energie dan een koolhydraatrijk dieet, bijvoorbeeld.
Daarom dus.
Ben ik te dik (of te dun) door mijn stofwisseling?
Nee, dat ben je niet. Ik was praktisch klaar met dit artikel, toen ik me realiseerde dat een van mijn vorige posts deze vraag al beantwoordt. Lees hier het artikel ‘Het Mysterie: Dik Blijven Door Te Weinig Eten‘.
Om er nog maar even op te hameren. Een zwaarder persoon heeft letterlijk ‘meer mens’ om te onderhouden en rond te slepen. Dat betekent dat de BMR/RMR van een zwaarder persoon hoger is dan van een dunner persoon. Je moet dus meer eten om je hogere gewicht te behouden, dan dat je moet eten om een lager gewicht te behouden.
Waar komt de mythe vandaan?
Dat is niet helemaal duidelijk, maar het kan een aantal vanzelfsprekende verklaringen hebben.
Iedereen is fitnessexpert en iedereen neemt alles van elkaar aan over fitness. Als jij straatlegger bent en je probeert je belastingadviseur te vertellen hoe hij zijn werk moet doen, lacht hij je vierkant uit. Als je als straatlegger gaat trainen en iedereen om je heen vertelt hoe het allemaal in elkaar steekt, kun je je eigen blog starten en er geld mee verdienen. Genoeg mensen die je zullen volgen. Zeker als je mooie foto’s kunt maken van je maaltijd. Er hoeven maar genoeg mensen iets te roepen over snelle en langzame stofwisselingen en het wordt vanzelf onderdeel van de realiteit voor velen. Maar, een leugen herhalen maakt het nog geen feit.
Een andere reden, die nog iets logischer is, is dat het simpelweg makkelijker te accepteren is dan het feit dat je te veel eet. Mensen zoeken het bij hun hormonen, trainingen, supplementen en ook hun stofwisseling, omdat het allemaal externe factoren zijn die je de schuld kunt geven. Dat is minder confronterend dan naar jezelf in de spiegel kijken en je realiseren dat je al tien jaar godsgruwelijk veel eet.
Maar je zei bovenaan dat je theoretisch gezien wel een langzame of snelle stofwisseling kunt hebben!
Als je uitgaat van een gemiddeld dagelijks energieverbruik van 2000 kcal, valt 68% van de populatie tussen een verbruik van 1840 en 2160 kcal per dag. 96% van de populatie valt tussen de 1680 en 2320 kcal per dag. Mocht je twee willekeurige mensen nemen (waar jij er een van bent), is de kans 0,50% dat een van jullie in het hoogste segment valt en de ander in het laagste. Theoretisch bestaat de kans dus wel, maar in het meest extreme geval (kans van 0,50%) is dit verschil minder dan 700 kcal tussen twee individuen.
Het overgrote merendeel van de mensen verschilt niet meer dan 200 tot 300 kcal van elkaar als het om hun BMR gaat.
Met dat gezegd te hebben rond ik dit artikel nu af, hopende dat meer dan 0,50% van het verhaal blijft hangen.